Op dinsdag 24 september werd in Haaren bij Haarensteyn het vijfde kunstwerk onthuld in de reeks van het project ’Kunst Verbindt’.

Eerder werden in deze serie onthuld: ’Sporen’ bij Thebe De Vloet, ’Kleur je dag’ bij Amaliazorg Catharinenberg, ’Als Thuis’ bij het Poirtershuis, ’De Bedoeling’ bij Park Stanislaus in Moergestel. Elk dus met hun eigen motto, gebaseerd op de visie van het betreffende zorgcentrum.

Om met de woorden van Joop van Hezik van Dementie Vriendelijke gemeenten te spreken: ”Mensen met dementie kun je niet veranderen, dus de samenleving moet veranderen.”

Maar hoe verander je de samenleving? Cultuur is een drijvende kracht in de samenleving, dus wordt cultuur gebruikt om bij te dragen aan een dementievriendelijke gemeente, met als motto ’Kunst Verbindt’.

Handen ineen

In 2016 hebben Josette Meeuwis (glaskunstenaar) en Karin van den Heuvel (dichter) de handen ineengeslagen om een kunstwerk te plaatsen bij De Vloet als eerbetoon aan een vriend die jong (slechts 50 jaar) overleed aan dementie: ”Toen is de uitdaging geboren om een dergelijk kunstwerk bij elk woonzorgcentrum te plaatsen in de gemeente Oisterwijk, om door kunst de centra met elkaar te verbinden. Met steeds een eigen motto van elk huis. Want liefdevolle opvang voor mensen met dementie kun je op uiteenlopende wijzen vorm geven.”

Waarom?

Waarom een kunstwerk? In de woorden van Karin en Josette: “Kunst biedt gespreksstof, biedt een kleurrijke omgeving, lokt uit tot spel, tot voelen, kijken, luisteren, genieten, trekt mensen naar buiten (bewegen, frisse lucht) en tenslotte ‘kunst doet wat met je brein!’ Ook de tuin waarin het kunstwerk mag staan werd aangepast en omgebouwd tot beleeftuin. Nu werd dus het vijfde kunstwerk onthuld in Haaren. Er waren vele lovende woorden van o.a. de manager van Haarensteyn, de voorzitter van vrienden van Het Heem, Joop van Hezik namens de DVG, Karin van den Heuvel en Josette Meeuwis als kunstenaars en Dion Dankers als wethouder. Deze laatste onthulde samen met een bewoonster het kunstwerk door de strikken los te trekken en onder luid applaus het doek te laten vallen. Het gedicht van het kunstwerk werd nog voorgedragen door een vrijwilliger/bewoner en toen kon er geproost worden. Haarensteyn zorgde voor een hapje en een drankje en voor de vele bewoners die in de huiskamer zaten passende muziek.”