Ik ben een groot Bruce-Springsteen-fan. De ouwe rock-and-roll-rot was de afgelopen maanden in Europa en dan ben ik vaak van de partij. Mijn frequente concertbezoek heeft echter ook vervelende kanten. Want ik heb niet alleen een Bruce-concertverslaving, maar ook een verslaving aan de eerste rij. Er gaat niks boven vooraan staan. Je kunt daar niet alleen alles goed zien, je hebt af en toe oogcontact met Bruce of de bandleden, je kunt haast zien wat ze gegeten hebben. En na 24 uur of meer, ja, je moet er wat voor over hebben, bij een stadion rondhangen, is het heel lekker om tegen het hek voor het podium aan te kunnen leunen. Maar je moet die plek vooraan wèl eerst zien te veroveren!

Onvergetelijk is voor mij het concert van Springsteen in Landgraaf in 2012. Ik meldde me daar twee dagen van tevoren bij de poort om aldaar aan te sluiten in de rij wachtenden. Maar die rij bleek er nog helemaal niet te zijn. Ik was de eerste en mocht voorop in de polonaise. Toen de poort bij zonsopgang openging, moest ik het in de sprint naar het podium weliswaar afleggen tegen een jonge hond, maar de tweede plaats verschafte mij een ideale uitgangspositie voor het hoofdpodium. Hetzelfde podium waarop die dag ook Gers Pardoel zou spelen, onbekend van nummers als ‘ik heb een tuintje in mijn hart’ en verder niks. Gers moest een 25 meter dikke muur van Springsteenfans trotseren, die ook nog eens allemaal met hun rug naar hem toe stonden. Ik geef het je te doen.

En wat te denken van het concert van The Boss in het Sportpaleis in Antwerpen in 2008. In ieder modern stadion moet je bij binnenkomst door een security-entrance, een poortje dat als een soort carrousel telkens een kwartslag draait. Daarna wordt je opgevangen door een groep beveiligers die je fouilleren. In België liepen ze wat dat betreft nog achter. Waarschijnlijk dachten ze op die dag dat het om een concert van Eddy Wally ging, inclusief een geduldig wachtend publiek. Ik zag nu geen grote ijzeren poorten, maar gewoon een rood-wit afzetlint. Dat zou om klokslag 18.00 uur, en nu komt het, worden doorgeknipt door een boom van een security kerel. Het was ook precies om klokslag 18.00 uur dat die boom werd omgelegd. Duizend Bruce-fans walsten over de beveiliger heen.

In de gang richting de zaal zaten enkele Belgische bonmama’s achter een tafel. Ze legden hun breiwerk neer om bij de aanstormende fans de tassen te controleren. Je werd dus geacht om je zakken leeg te halen en te laten zien wat je in de rugzak mee naar binnen nam. Dat duurde mij uiteraard te lang. Ik had een dag regen getrotseerd in mijn slaapzak. Ik nam een aanloop en sprong – je gelooft het niet, maar ik kon dat toen nog – over de tafel heen en zette een sprint in richting het podium. Ik hoorde nog wat beveiligers achter mij naar me schreeuwen. Ik verdween in de massa. Ze hebben me nooit meer terug gezien.