Het jungske op deze Prent van 1 juli 1966 draait zijn kont niet weg omdat hij zijn kont tegen de krib gooit of zijn kont niet kan keren, maar hij wil juist met trots het werk van zijn moeder laten zien – nemen we aan…

Door Paul Spapens

En dat werk was het herstellen van een kapotte broek. Gaat het tegenwoordig modieus over ‘repair’ als wezenlijk onderdeel van het al even wezenlijke ‘circulair’, de moeders in de jaren ’50 en ’60 waren meesters in het herstellen van kleding waardoor die werkelijk jàrenlang meeging en kon worden overgedragen van kind op kind binnen een gezin. Het aanbrengen van een nieuwe zulder was zo’n kunststukje waar moeders en hun vriendinnen echt van konden genieten. Ze complimenteerden elkaar met het resultaat. Moeders waren tovenaars met naald en draad. Zij brachten de circulaire samenleving in de praktijk.

Dat Cees Robben op deze Prent een nieuwe zulder in verband brengt met de kermis, is ook uit de praktijk gegrepen. Kleding kon tijdens de kermis nogal wat te lijden hebben, zeker die van jungkes die onder meer in de keekwalluk uit hun dak gingen. Aan het eind van het spannende traject door deze kermisattractie glijdt men vaak naar beneden. Rond 1911 maakte de Tilburgse kermisvierder voor de eerste keer kennis met de cakewalk – of Lunapark of Sjimmie. Een cakewalk die in 1928 op de Tilburgse kermis stond werd Chateau Dingo genoemd. Tot op de dag van vandaag is de van oorsprong Amerikaanse cakewalk en de varianten op dit concept een populaire attractie.

Het Vrolijke Rad

In de tijd van de eerste cakewalk konden de Tilburgers zich ook vermaken met het Vrolijke Rad. Dat was een spiegelgladde draaiende schijf waarop men zich staande moest zien te houden. Dat deed je liggend of zittend, desastreus voor de zulder in de broek. Een vroeg kermisvermaak dat door zijn hoogte opviel was de Tobogan of Parijzer Ketel. Deze attractie bestond uit een hoge toren. Via een ‘Trottoir Roulant’, een door stoom aangedreven rollend trottoir (zoals die nog steeds goede diensten bewijzen op bijvoorbeeld vliegvelden), werd je naar boven vervoerd. Op een matje suisde je langs een spiraalvormige glijbaan naar beneden. Die sensatie kon ook een aanslag plegen op de zulder.

Dat was natuurlijk ook het geval als je een schop onder je kont kreeg. Dat hoefde niet perse tijdens een vechtpartij te zijn – op de kermis werd vroeger meer gevochten dan tegenwoordig. Maar dat kloppen we af. Deze vechtpartijen waren veelal het gevolg van te veel drank op. Veelal werd dan om de meiden gevochten. Tijdens de Crisisjaren (de jaren ’30) kon je op de Tilburgse kermis op een unieke manier een schop onder de kont krijgen.

Tilburg afficheert zich de laatste jaren als ‘Makerstad’, nadat Tilburger zich eerder Wolstad, Onderwijsstad of Moderne Industriestad noemde. Een voorbeeld van een voortbrengsel van een Tilburgse maker stond in de Crisisjaren op de kermis. Veel Tilburgse textielarbeiders raakten zonder werk. Sommigen bekwaamden zich in het smokkelen om toch wat brood op de plank te krijgen. Een Tilburger ontwikkelde zijn eigen kermisattractie. In een eenvoudig, zelf in elkaar geknutseld tentje werd de kermisbezoeker uitgenodigd om binnen ‘een blik in de verte’ te werpen. Op het moment dat je nieuwsgierig door een klein kijkgat in een gordijn keek, kreeg je een schop onder de kont en vloog je naar buiten…

Illusie

Natuurlijk, de deelnemer verraadde niet dat hij bij de neus werd genomen. Hij werd ook niet kwaad, maar lachte zich een bult. Een kermisvierder weet dat de kermis het veel van illusie moet hebben. De illusie bijvoorbeeld van snelheid, die slecht uit kon pakken voor de zulder in de broek. Het voorbeeld van deze heerlijke kermisattractie laat tevens een van de redenen zien waarom de kermis van Tilburg zo groot is geworden. Al heel lang laten Tilburgers zich door de kermis inspireren tot eigen initiatieven. De kermis is een geslaagd praktijkvoorbeeld van Tilburg Makersstad.

Mocht dan een jungske ondanks al dat kermisplezier toch vervelend zijn, dan kon hij een pak (portie) voor de broek krijgen. Om de reeks klappen op het achterwerk uit te kunnen delen werd hij over de knie gelegd. En dan was het gezegde: ‘We zullen oew kuntje eens kermis laten vieren’….