Adriaan Aarts krijgt de schrik van zijn leven als hij op zondagavond 9 oktober rond 5 uur naar huis loopt. Vanuit de berm hoort hij smekende kreten; maar het zijn woorden die hij niet verstaat. Dichterbij gekomen weet hij niet wat hij ziet. Daar zit een jonge vrouw, besmeurd met bloed en een pasgeboren baby op haar schoot. Het kind ligt stil en onbewogen. De intens verdrietige vrouw kijkt hem aan met een blik van ‘Help me dan toch!’

Tekst en fotografie: Theo van Etten

Bovenstaande gebeurtenis speelt zich af in 1825 en de plaats van handeling is een zandpad vlakbij de Bredasche Steenweg, die dan nog in aanleg is. Anno 2025 is dit het zandpad dat zich bij villa Dongewijk afsplitst van de Bredaseweg, het vroegere tracé van de weg naar Breda. Nadat Adriaan van de eerste schrik bekomen is, snelt hij naar zijn maat Gerard van Rozendaal, die in de buurt woont. Samen brengen ze de vrouw naar de herberg van Adriaan Schellekens.

“Als je het politieverslag leest, geloof je haast niet wat zich afspeelt nadat Marie-Reine Frérard – want zo heette de jonge vrouw – aankomt bij de boerderij,” zegt Ans Holman. Zij stuitte op dit verhaal tijdens een onderzoek naar het gemeentebestuur van Gilze en Rijen in de periode 1811-1933. “Je zou verwachten dat ze met alle omzichtigheid geholpen zou worden. Maar in plaats daarvan neemt de burgemeester haar in verzekerde bewaring. Hij wilde zich er namelijk van overtuigen dat Marie-Reine haar kind niet vermoord had. Volgens de toen geldende wet kon je daar de doodstraf voor krijgen.”

Ans is onderzoekster bij Regionaal Archief Tilburg. Na haar vondst wil ze alles van de zaak weten. Wie was deze Marie-Reine? Hoe raakte zij ’s avonds langs die eenzame weg verzeild? Waarom was ze alleen? Waar kwam ze vandaan en waar ging ze naartoe? Talloze vragen ontspinnen zich in haar hoofd. “Tegenover het ambtelijke en feitelijke politieverslag spelen toch ook de gevoelens van een jonge moeder een rol, die zojuist een verschrikkelijk trauma heeft opgelopen.” Nadat Ans alle archieven overhoop heeft gehaald, vindt ze een groot deel van de antwoorden.

Bevallen in de berm

“Marie-Reine was een jonge Franse kantklosster, die in de kost was bij een kastelein in Den Bosch. Omdat ze hoogzwanger was, moest ze het huis echter verlaten; de echtgenote van de kastelein zat blijkbaar niet te wachten op een baby in huis en zeker niet van een ongehuwde vrouw. Samen met een andere vrouw vertrok ze naar Breda. Een reis van 50 kilometer die ze te voet aflegden. In Tilburg hebben ze overnacht, de tweede dag gingen ze verder richting Breda. Maar ter hoogte van Dongewijk kon de hoogzwangere Marie-Reine niet verder. De andere vrouw koos ervoor om alleen verder te gaan, terwijl acht maanden zwangere Marie-Reine in de berm beviel van haar kindje. Het heeft slechts kort geleefd en is een natuurlijke dood gestorven, zo werd later vastgesteld.”

Samen met collega’s maakte Ans een podcast over deze ongelooflijke gebeurtenis. Daarin verklaart het ze handelen van de overheden: “Er was veel schaamte en onwetendheid over dergelijke (ongewenste) zwangerschappen. Voor 1811 gold dan de trouwgelofte: de aanstaande vader kon gedwongen worden om te trouwen, of je kon als vrouw een schadevergoeding krijgen. Met de nieuwe wet verdween dit recht en stond een ongehuwde zwangere vrouw er alleen voor.

Het volledige verhaal van Marie-Reine Frérard beluister je in de podcast ‘De Depot Show’ van Regionaal Archief Tilburg. Ga naar www.regionaalarchieftilburg.nl en zoek op: ‘Een toevallige passant’. Klik vervolgens op het grijze blokje ‘Depotshow’.

In 2025, 2026 en 2027 bestaan de Bredaseweg en Bosscheweg precies tweehonderd jaar. Samen met het tussenliggende centrumgedeelte vormden zij ooit Den Grooten Weg der Eerste Klasse, no. 8. Stadsnieuws besteedt de komende tijd met enige (on)regelmaat aandacht aan deze jubilerende, voormalige rijksweg van Breda naar Den Bosch.