Ik verheug me ieder jaar weer op de proefwerkweek. Niet omdat ik dan misschien eindelijk zélf eens een diploma kan behalen. Nee, die hoop heb ik allang opgegeven. De reden ligt heel ergens anders. Als al die kinderen zwetend - het is dan traditioneel 35 graden - over hun studieboeken hangen, dan is het bij ons in Raamsdonksveer namelijk altijd kermis. Heerlijk!
De Veerse kermis betekent voor mij namelijk, sinds ik niet meer drink en de kinderen zelf op pad gaan, altijd me vier dagen lang vergapen aan pelotons oerlelijke mensen. Ik denk dat ik geen enkele Verenaar voor het hoofd stoot met de vaststelling dat er nergens op de wereld zoveel lelijke en onverzorgde mensen bij elkaar te bezichtigen zijn als bij ons op de jaarlijkse kermis. Alleen in Tilburg dan misschien.
Alle evenbeelden van de klokkenluider van de Notre Dame en aanverwante gedrochten uit de omgeving lopen door de straten van het centrum te paraderen en drommen tenslotte samen op een plein. Ze hebben stuk voor stuk ‘het recht om een revolver te dragen’, zoals dat bij ons metaforisch zo mooi heet. Dat wil zeggen dat ze iedereen straffeloos mogen afschieten, die lelijker is dan zijzelf.
Gele crocs, nepleren minirokjes, navel-, tong-, oor- en lippiercings, brillantinevet piekhaar, gouden en ontbrekende tanden, uitgedroogde, hoogtezonbruine rimpelhoofden, dronken monsters, mislukte kleurspoelingen, bezopen vrouwen op blote voeten, omdat ze niet meer op hun 25 centimeter hoge stiletto’s kunnen lopen, enzovoorts, enzovoorts…
’Komt dat zien, komt dat zien!’, zou ik u dringend willen toeroepen. Tenminste….
Ik zag afgelopen kermis een vrouw met écht - ik heb ze geteld - vier onderkinnen! Shrek 3, maar dan in vrouwvorm. Die kinnen blubberden, eigenlijk nauwelijks waarneembaar, volvet over in haar navenante decolleté. Er liep een man naast met oren zo groot dat schipper Bouwe Bekking moeiteloos de Volvo Ocean Race zou winnen, mocht hij hem in het kraaiennest van z’n schip zetten.
‘God maakt geen lelijke dingen’, heb ik een voorganger vroeger wel eens bemoedigend vanaf de kansel horen prediken. Nou, dat zet mij dan wel aan het denken over de vraag wat zijn God dan in godsnaam wél onder lelijk verstaat. Of dat hij zich ook nog herinnert ooit Raamsdonksveer, met de kermis incluis, geschapen te hebben? Jezus Christus nog aan toe, zeg! Geef hem voor de gein eens een dagkaart voor de cakewalk hier in Raamsdonksveer.
Even voor de goede orde, ook ík loop op die kermis rond. Want ik hoor u al zeggen; ‘Nee, met jou maken ze reclame voor Oil of Olaz, joh!’ Wees gerust, ik was jullie al voor. Ook bij mijn schepping heeft de Schepper klaarblijkelijk een snipperdag opgenomen en zijn taak voor één dag overgedragen aan Judas, die Judas! Ik weet ook wel dat ik alleen maar voor Temptation Island zou worden opgeroepen om het ongedierte te verjagen. Daarom voel ik me dus als een vis in het water tussen al die andere misbaksels. De Veerse kermis kan me niet lang genoeg duren!