Aan de Bredaseweg, kort voor de gemeentegrens met Hulten, ligt Landgoed Dongewijk. Het gebied is omgeven door mysterieuze verhalen over fabrikanten en koningen, over kroegbazen en arbeiders. In dit vierluik gaan we de op zoek naar het verhaal achter Dongewijk. Vandaag deel 1.

Tekst en fotografie: Theo van Etten

Er kleven tal van verhalen aan Dongewijk. Het gebied moet ooit enorm zijn geweest: van de Gilzerbaan in het zuiden tot ver in de huidige Reeshof in het noorden. Stadhouder Willem V zou in 1766 feestelijk ontvangen zijn in de pronkkamer van de herberg die hier ooit stond. Koning Willem II zou het landgoed als zijn jachtgebied gebruiken en daarbij uitrusten in het nog steeds bestaande jachthuis. Laten we teruggaan in de tijd. Terug naar de oorsprong van Dongewijk.

Terug naar Dongewijk

Het is nog vroeg op deze maandagochtend in het jaar 1835. In de verte nadert een groepje mannen met karren en paarden. De meesten zijn te voet. Anderen zitten op een kar, de benen bungelend aan de zijkant. Via de Groote Weg bereiken ze het riviertje de Leij. De mannen stappen van de kar en banen zich, gewapend met batsen, een weg door het struikgewas. Een van hen maakt drukke en brede armgebaren; hij lijkt de anderen uit te leggen wat er moet gebeuren. De andere mannen kijken elkaar eens aan. Dan steken ze zwijgend hun batsen in de droge heide. De ene na de andere schep met zwarte grond vindt een nieuwe bestemming in de weerbarstige aarde.

Het hierboven beschreven tafereel komt voort uit mijn fantasie. Maar mogelijk werd hier op deze manier, bijna tweehonderd jaar geleden, de eerste officiële schop in de grond gestoken voor de bouw van een fabriek. Een hoogwaardigheidsbekleder zal er niet bij zijn geweest, anders had ik de gebeurtenis wel teruggevonden in de archieven.

Wat ik wél weet is dat een bekende Tilburgse fabrikantenfamilie hier in 1835 een lakenvollerij, ververij en wasserij oprichtte, ter uitbreiding van hun fabriek op Korvel. Ook kwamen er huizen voor de arbeiders en uiteraard voor de fabrikant zelf. Er ontstond als het ware een klein dorpje langs de beek, die vanaf hier verder kronkelt als de Donge. Het gehuchtje met fabriek kreeg dan ook de toepasselijke naam ‘Dongewijk’.

Twee eeuwen later

Bijna tweehonderd jaar later is er niets meer te zien van de bedrijvigheid van weleer. De fabrieksgebouwen zijn al lang verdwenen, het zweet van hen die er werkten is al vele jaren verdampt. Alleen de naam Dongewijk, die is gebleven. Het staat in strakke letters op het hardsteen boven een voormalige ingang van de villa, waar auto’s slechts enkele meters afstand aan voorbij razen. Even verderop, grenzend aan het perceel, stroomt de Leij. Via een duiker zoekt zij haar weg onder de Bredaseweg door, waarna zij als ‘Donge’ verder haar weg richting de Reeshof zoekt.

De beek is de enige constante op deze plek.

Vóór de aanleg van de Groote Weg in 1825 bestond het gebied aan weerszijden van de huidige Bredaseweg uit heide en stukjes bos. Slechts hier en daar woonde een boer. Na de aanleg van de steenweg werden de gronden interessant voor ondernemers. Daardoor ontstonden de eerste ontginningen zoals ook hier, aan de Donge. Degene die verantwoordelijk was voor de oprichting van Dongewijk, leeft voort in een Tilburgse straatnaam: Jan Diepen. Met hem maak je kennis in deel twee van dit vierluik.

Wil je daar niet op wachten, lees dan het hele verhaal over Dongewijk op: www.heemkundekringtilburg.nl. Kijk bij ‘Werkgroepen’ en dan bij ‘Project Den Grooten Weg der 1e Klasse’ onder ‘Dongewijk’. Reageren kan via: tilborch@live.nl.

[KADER]

In 2025, 2026 en 2027 bestaan de Bredaseweg en Bosscheweg precies tweehonderd jaar. Samen met het tussenliggende centrumgedeelte vormden zij ooit Den Grooten Weg der Eerste Klasse, no. 8. Stadsnieuws besteedt de komende tijd met enige (on)regelmaat aandacht aan deze jubilerende, voormalige rijksweg van Breda naar Den Bosch.